Ik ben zo boos op je en ik hou zo van je
Ik ben zó boos op je en ik hou zó van je
Denk je ook wel eens: ‘Ik ben zo boos op je’ over iemand van wie je heel veel houdt?
Het was een uitgelezen kans voor Thomas om drie maanden in de VS te werken. Hij leerde nieuwe werkwijzen kennen en genoot van zijn eigen groei, zowel in het werk als ook als mens. Als een donderslag bij heldere hemel kwam dat bericht: ‘Mam ligt op IC’
Even stond hij roerloos tussen alle mensen en drukte, lamgeslagen starend, zoals heel lang geleden op de kermis, toen hij haar ineens kwijt was. Dan vloekte hij en smeet zijn tas tegen de grond, woedend om de rotstreek die ze nu alweer flikte. Alweer! Telkens als zijn leven lekker op gang was, als alles echt lekker ging, als alles – werk en relatie en de kinderen en zijn huis – als dat alles klopte, als een soepel geoliede machine, dan gooide zij er een schep grind in. Ineens konden zijn knieën hem niet meer dragen en kwamen zijn tranen, eindeloos, net als in de kamer van de rector, na haar eerste poging.
Alweer!
Als ik Thomas vraag wat hij beleeft bij zijn moeder geeft hij de meest uiteenlopende antwoorden. In een poging een objectief antwoord te geven beschrijft hij hoe haar depressies zijn leven vanaf zijn middelbare-schooltijd hebben getekend. Zijn levensgeschiedenis is opgedeeld in perioden als ‘voor haar eerste depressie’, ‘na haar eerste opname’ en ‘tot haar tweede poging’. Haar ziekte heeft veel bepaald op zijn levenspad. En die gedachte maakt hem razend.
Ik ben zo boos op je!
Evengoed kan hij vertellen over de moeder die hij lang geleden had, die hem altijd met de fiets uit school haalde, met hem in het hoge gras ging liggen en op grassprieten floot, die zoveel creatieve ideeën had en van wie er veel mocht, zodat er bijna elke dag wel speelkameraadjes over de vloer waren. Zijn liefde vult heel de kamer als hij vertelt hoe zijn wang tegen haar arm rustte en met zachte schokjes wiebelde als ze zat te haken.
Ik ben zo boos op je en ik hou ook zo van je…
Mama kan alles… Of toch niet?
Hij slikt zijn tranen weg bij de herinnering aan de vele ziekenhuisbezoeken, waarbij hij haar rolstoel duwde, want wie moest het anders doen nu papa niet meer bij hen was? Hij vertelt over de schrik als hij haar huilend op de vloer van hun nieuwe huis aantreft omgeven door brieven en het ijskoude besef doordringt: ‘Mama kan toch niet de hele wereld aan…’
Jaar na jaar drijven ze verder uit elkaar en ironisch genoeg draait zijn leven nog steeds grotendeels om haar, en dat van haar om hem. Hoe kan hij met haar bespreken hoe boos hij is? Het zou misschien haar einde betekenen. En bovendien begrijpt hij zelf weinig van de extravagante cocktails aan emoties die hij ervaart als hij met haar praat. Hij vertrouwt zijn eigen reacties niet, die pijlsnel kunnen omslaan van begrip naar verontwaardiging, van gemis naar verwijt, van liefde naar angst. Hij mist haar enorm en noodgedwongen blijft hij emotioneel op veilige afstand.
Bij toeval (als er zoiets als toeval bestaat…) leest Thomas over het eenzijdig verbeteren van relaties en hij zet de stap. Onder begeleiding is hij in staat oude boosheid, wanhoop en zorgen te verwerken, terwijl zijn moeder zich een weg terugvecht richting levenslust. In trance worden sommige automatische gedachten en gevoelens die hij beleeft bij zijn moeder getransformeerd, zodat de weg open ligt voor een warme, open relatie vanuit compassie. Hij bevrijdt zichzelf van onbewuste reacties, die de situatie alleen maar erger maakten en hoe meer belemmerende banden met haar hij weet te verbreken, des te sterker ervaart hij zijn diepe genegenheid voor haar.
Het in je ééntje verbeteren
Voor het eerst sinds tientallen jaren kan Thomas weer genieten van de nabijheid van zijn moeder, en kunnen ze simpelweg samen ontspannen. Als hij haar begroet, is het nu met liefdevolle aandacht. Soms praten ze wat over de kinderen en soms wandelen ze een stuk of puzzelen ze samen. Hij heeft haar garen en haaknaalden cadeau gedaan, en ze genieten allebei weer van de rustige, zich herhalende bewegingen. En af en toe praten ze over vroeger en dan gebeurt het onverwachte: ‘Het spijt me Thomas, ik had zoveel meer voor je willen doen, sorry… voor alles.’
Wel honderd mooie woorden komen in hem op, maar alles wat hij doet is zijn armen om haar heen slaan, haar vasthouden en zijn liefde eindelijk weer voelen stromen.
Een paar keer per maand tips en inspiratie ontvangen in je mailbox?
Schrijf je hier in!